1986 - 1998

Geschiedenis

In 1985 kondigde Hans van Mierlo aan zich weer kandidaat te stellen als lijsttrekker voor D66. Zijn terugkeer luidde een periode van electorale opgang in. De Tweede Kamerverkiezingen van 3 mei 1994 betekenden een dubbele bekroning: D66 behaalde het recordaantal van 24 zetels en bewerkstelligde het vurig gewenste ‘paarse’ kabinet zonder christendemocraten.

Verkiezingen en regering

Toen Hans van Mierlo voor de tweede keer partijleider en landelijk lijsttrekker was, speelden zijn bekendheid en populariteit soms een grote rol in de verkiezingscampagnes. Zo werd bij de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 1986 op flyers gebruik gemaakt van de slogan ‘Straks Van Mierlo, nu …’, waarbij op de puntjes de naam van de lokale lijsttrekker in gevuld diende te worden. Datzelfde jaar werd bij de Tweede Kamerverkiezingen van 21 mei de leus ‘Andere politiek’ gebruikt, waarmee D66 zich nadrukkelijk afzette tegen de gevestigde orde. Het Van Mierlo-effect markeerde met negen zetels het begin van het electorale herstel van D66.

Programma's

Met Hans van Mierlo als opvolger van Jan Terlouw als politiek leider van D66 kwam in de verkiezingsprogramma’s weer meer nadruk op de democratisering van de maatschappij en radicale staatsrechtelijke vernieuwing van het politieke bestel, die de partij ook in haar beginjaren voorop had gesteld. Met de voortschrijdende ontzuiling en de langzame erosie van de grote volkspartijen CDA en PvdA kwam er meer zicht op de door D66 nagestreefde samenleving van zelfstandige burgers.

Organisatie

Na het aantreden van de nieuwe partijleider Hans van Mierlo in 1985 liet D66 de tweede crisis in haar bestaan achter zich. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 21 mei 1986 boekte de partij weer winst.  Met het herstel speelden ook weer de gebruikelijke knelpunten in de partijorganisatie op. Een daarvan was het gebrekkig functionerende direct-democratische partijcongres, waardoor leden onvoldoende aan de besluitvorming zouden kunnen deelnemen.

Europa

De Europese verkiezingen van 1989 leidden opnieuw tot verdeeldheid binnen D66 over de keuze voor een fractie in het Europees Parlement. Het partijcongres sprak zich uit voor de vorming van een progressief-liberale fractie met onder meer het Spaanse Centro Democratico y Social (CDS) en het Deense Radikale Venstre. Mocht dat niet lukken, dan zou D66 zich kunnen aansluiten bij de Europese Liberale Democraten en Reformisten (ELDR), waartoe ook de VVD behoorde. In haar verkiezingsprogramma toonde D66 zich ‘zeer Europees gezind’ en pleitte zij voor een politieke unie.